In het bedrijfsleven kunnen we er niet zonder: personeel. En omgekeerd kan het personeel niet zonder het bedrijfsleven, want dan hadden ze geen inkomen. We zijn dus onlosmakelijk aan elkaar verbonden. En dat is soms heel leuk, maar soms ook niet.
Door de jaren heen is er wel iets veranderd. Het grootste verschil is de digitale wereld. Die had je vroeger niet. En dus moesten werknemers veel meer moeite doen om te solliciteren. Probeer zonder internet maar eens makkelijk informatie te vergaderen over het bedrijf waar je solliciteert. Want dat heb je wel nodig om met de hand een pakkende sollicitatiebrief te schrijven. Omgekeerd gold dat natuurlijk ook voor werkgevers. Sollicitatiegesprekken waren toen echt interessant. Want waar je nu al een eerste indruk via het wereld wijde web krijgt, was het vroeger een grote verrassing wie er voor je stond, tijdens zo’n gesprek.
Maar digitale wereld of niet, toch blijft het altijd een grote gok als je iemand in dienst neemt. Verwacht je er niets van; pakt het heel goed uit. Zijn je verachtingen hoog; loopt het soms op een teleurstelling uit.
Verschilletjes met vroeger? Die zijn er genoeg. Waar ik destijds een tik op mijn vingers kreeg omdat ik met links schreef, gaat tegenwoordig alles via het toetsenbord. Gevolg: het handschrift van de jeugd van tegenwoordig is onleesbaar. Ik moest mijn typediploma ooit behalen. Het lijkt mij een goed idee dat ze vandaag de dag het ‘penschrijfdiploma’ invoeren.
Algemene kennis laat ook te wensen over. Want ach…als we iets willen weten dan googelen we toch even? Even snel zijn we het ook weer vergeten.
De jeugd is mondiger. Tegen oma van 75 wordt gerust ‘doei’ gezegd terwijl ik dat nooit in mijn hoofd zou halen. Jongeren zijn ook vaak liever lui dan moe. En een scheet dwars voor de kont en ze zijn ziek.. En altijd maar op de telefoon…tenzij ik ze nodig heb! Want dan staat ie ineens op vliegtuigstand en moet ik me maar zien te redden. Want extra werken omdat een collega ziek is? Liever niet!
Kortom: er is weinig binding meer met de werkgever. Waar is de betrokkenheid gebleven?
Natuurlijk. Ik scheer ze niet over één kam. O ja, spreekwoorden en gezegden kennen ze ook niet meer. Net als een dubbeltje en een kwartje.
Maar er zitten heus nog goed opgevoede en gedisciplineerde jongeren bij. Maar die zijn schaars.
En wat voel ik mij rijk. Als ik er weer één heb gevonden. Ik koester het. En voel me trots van binnen als ik naast het werken plezier met ze maak in de kroeg. Want ook dat hoort erbij. En dat doen we ook,. En dan zullen zij wel denken wat ik soms van hun denk.

Reactie plaatsen
Reacties
Mooi geschreven , zo is het precies.